Wat zegt de wet?
De wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt erkent een reeks rechten voor elke persoon die zorg ontvangt van een gezondheidswerker: dit maakt deel uit van een zorgfilosofie die de autonomie van de patiënt en de dialoog tussen zorgverlener en patiënt bevordert.
Naast de definitie van de rechten van de patiënt introduceert de wet van 22 augustus 2002 een aantal nieuwe elementen:
De gewijzigde wet in 2024 introduceert het concept van advance care planning, een continu proces van reflectie en communicatie tussen de patiënt, de zorgverlener(s) en de naasten (op verzoek van de patiënt) met als doel huidige en toekomstige waarden, levensdoelen en zorgvoorkeuren te bespreken. Het is daarom een recht op overleg met de patiënt voor uitgebreide zorg.
Deze bepaling komt bovenop de voorafgaande aangifte, d.w.z. de voorafgaande registratie van de wensen van de patiënt voor bepaalde toekomstige ingrepen. Dit zal het dan mogelijk maken om de keuze van de patiënt te respecteren voor het geval hij niet langer in staat is om te beslissen.
De wet bevat een cascadesysteem dat wordt geactiveerd in geval van arbeidsongeschiktheid van de patiënt. Het definieert ook het handelingskader van de vertegenwoordiger van de minderjarige patiënt.
De patiënt kan een of meer vertrouwenspersonen aanwijzen om hen bij te staan bij het uitoefenen van hun rechten.
De patiënt heeft het recht om een klacht in te dienen bij de bevoegde ombudsman. Ze kunnen worden vergezeld door een vertrouwenspersoon. De bemiddelaar is gebonden aan een plicht van neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid. Onze bemiddelingsdienst heeft een specifieke aanpak voor het aanvraagproces ontwikkeld.